Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [9]En die knecht zeide tot hem: Misschien zal die [10]vrouw mij niet willen [11]volgen in dit land; zal ik dan uw zoon [12]moeten wederbrengen in het land, waar gij uitgetogen zijt? 9. Hier en in het vervolg blijkt de zonderlinge voorzichtigheid en godvruchtigheid van dezen dienstknecht, die voor het zweren de mening van zijn heer volkomenlijk begeert te verstaan. 10. Versta een jonge dochter, die Izaks vrouw zou worden. 11. Hebr. achter mij gaan. Alzo ond. vs.8. 12. Hebr. wederbrengende wederbrengen. Dit wordt gezegd niet ten aanzien van Izak, die daar nimmer geweest was, maar ten aanzien van Abraham, in wiens lenden Izak in dien tijd besloten was.